>" />
Het geregistreerd kassassysteem, ook wel de witte kassa genoemd, is ondertussen al Het onderscheid tussen het leveren van spijs en drank en het verrichten van een catering- of restaurantdienst, blijft echter vaak een hindernis
Wanneer een belastingplichtige spijs en drank verkoopt aan een consument, kan deze handeling op twee manieren bekeken worden:
Het is belangrijk het onderscheid te maken om volgende redenen:
De circulaire spreekt van 'een ruimte' van de belastingplichtige. Deze kan zowel binnen als buiten zijn. Ook een gehuurde ruimte telt, deze hoeft dus geen eigendom te zijn van de belastingplichtige.
Als de belastingplichtige een ruimte binnen heeft, waarbij de klanten deze infrastructuur gebruiken en hun eten ter plaatste verbruiken, gaat het om een restaurantdienst. Het is niet van belang of er enkel standaardspijzen verkrijgbaar zijn, dat de inrichting tijdelijk of verplaatsbaar is of hoe comfortabel de inrichting is, ...
Als de klanten het eten en drinken echter buiten consumeren, kan er ook sprake zijn van een restaurantdienst. Maar enkel als de uitbater één of meerdere (sta)tafels of een uitklapbare toog voorziet. Daarnaast moet de er nog minstens één extra dienst aangeboden worden, zoals:
Als er geen bijkomende diensten worden aangeboden, wordt het aanbod van dranken en/of spijzen slechts gezien als de levering van een goed.
Als de uitbater zowel een ruimte binnen als buiten heeft, wordt voor iedere handeling apart geoordeeld of aan de voorwaarden is voldaan.
Een andere situatie doet zich voor wanneer de belastingplichtige op een andere locatie spijzen en dranken levert, zoals bij de klant thuis of op een door de klant gekozen locatie. Denk daarbij aan een traiteur, foodtruck of kok aan huis. Ook deze handeling kan een dienst zijn of de loutere levering van een goed.
Wanneer de belastingplichtige enkel spijzen en dranken levert, zonder verdere tussenkomst, doet hij een gewone levering van goederen.
Wanneer er echter ook menselijke tussenkomst is van de belastingplichtige, wordt de handeling een cateringdienst. Volgende diensten vallen hieronder:
Het moet hierbij gaan om een menselijke tussenkomst door de belastingplichtige zelf en niet van een derde. Het gaat dan wel om een échte derde: er zou immers misbruik kunnen voorkomen wanneer een verbonden derde (bv. een dochteronderneming van de cateraar) zou instaan voor de tussenkomst. Op die manier zou een cateraar op kunstmatige wijze ervoor kunnen zorgen dat zijn diensten niet worden meegerekend voor de omzetdrempel van 25.000 euro.