De Algemene Verordening inzake Gegevensbescherming die op 25 mei 2018 geldend wordt, zal ook gevolgen met zich meedragen op de Privacycommissie. Deze commissie wordt omgevormd tot de Gegevensbeschermingsautoriteit om te beantwoorden aan de voorwaarden die door GDPR worden toegelegd.
De Algemene Verordening inzake Gegevensbescherming van 27 april 2016 die we kennen als GDPR (General Data Protection Regulation), komt met een verzameling nieuwe maatregelen voor verwerking, beheer en bewaren van persoonsgegevens.
Vanaf 25 mei 2018 moet elke Belgische onderneming die gegevens van EU-burgers verzamelt, met deze nieuwe privacywetgeving in regel zijn.
Deze Europese privacyverordening verplicht de lidstaten ook om gegevensbeschermingsautoriteiten op te richten in overeenstemming met deze GDPR. Om aan die verplichting tegemoet te komen, heeft ons land beslist om de huidige Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer (de Privacycommissie opgericht door de Privacywet van 8 december 1992) te hervormen. De Privacycommissie krijgt een nieuwe naam die beter haar opdrachten weerspiegelt: de Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA) of de Toezichthoudende autoriteit voor de verwerking van persoonsgegevens.
Onze Privacycommissie is enkel een adviesorgaan wanneer het over privacy en gegevensbescherming gaat. De nieuwe Gegevensbeschermingsautoriteit zal over veel ruimere bevoegdheden beschikken en ook onderzoeks- en sanctiebevoegdheden krijgen.
De vier soorten bevoegdheden van de Gegevensbeschermingsautoriteit zijn:
De sectorale comités van de Privacycommissie die bevoegd zijn om de toegang tot bepaalde databanken zoals het Rijksregister toe te staan, worden afgeschaft. Voortaan zal een ambtenaar belast met die taak de aanvragen beheren. De nieuwe autoriteit is samengesteld uit zes organen, elk met specifieke bevoegdheden.
De Gegevensbeschermingsautoriteit zal daarnaast worden geholpen door een reflectieraad (nieuw). Hij geeft niet-bindende adviezen.
De mandaten zijn voortaan beperkt tot maximaal twee periodes van zes jaar. Voor het vroegtijdig beëindiging van een mandaat tracht de Kamer van Volksvertegenwoordigers een specifieke procedure te volgen.
Ontvankelijke klachten worden door de eerstelijnsdienst overgemaakt aan de geschillenkamer. Ontvankelijke verzoeken behandelt de eerstelijnsdienst zelf. Een verzoek wordt ruim geïnterpreteerd (bv. een vraag tot inlichting, een verzoek om te bemiddelen, enz.). Als geen minnelijk akkoord kan worden bereikt, kan het verzoek in een klacht worden omgezet.
De onderzoeksmogelijkheden van de inspectiedienst strekken zich uit tot de mogelijkheid om voorlopige maatregelen op te leggen bij een ernstig, onmiddellijk en moeilijk herstelbaar nadeel (bevel tot de voorlopige opschorting, beperking of bevriezing van de verwerking van gegevens), het inwinnen van inlichtingen, de identificatie van personen, het verhoor, de schriftelijke bevraging, het onderzoek ter plaatse, de raadpleging van het informaticasysteem en het kopiëren van de gegevens daarop, de inbeslagname en de verzegeling. Nadat het onderzoek is afgerond, kan het dossier naar de geschillenkamer gaan of bij een strafrechtelijke inbreuk naar de procureur des Konings, het kan worden geseponeerd of het gaat naar een Gegevensbeschermingsautoriteit van een andere lidstaat.
De geschillenkamer komt in actie voor de behandeling van een klacht via de eerstelijnsdienst, als een betrokken partij hoger beroep instelt tegen maatregelen van de inspectiedienst of als inspectiedienst zijn onderzoek heeft afgesloten. Voor ze een beslissing ten gronde neemt, kan de geschillenkamer nog een (aanvullend) onderzoek aan de inspectiedienst vragen.
De geschillenkamer heeft de keuze tussen een relatief snelle light procedure of een procedure ten gronde met meer mogelijkheden zoals het opleggen van corrigerende maatregelen (bv. verwerking aanpassen, bevriezen, beperken of verbieden), dwangsommen en administratieve geldboeten. Tegen de beslissing van de geschillenkamer kan beroep worden ingesteld bij het Marktenhof. Het Marktenhof is een gespecialiseerde kamer bij het hof van beroep van Brussel, dat de beroepen behandeld tegen beslissingen van marktregulatoren zoals de BMA en de FSMA.
Source: Kluwer Easyweb