Wijzigingen pandwet | Stremersch Accountancy
De taks op effectenrekeningen
De taks op effectenrekeningen
2 mei 2018
De verplichtingen bij onbeperkte aansprakelijkheid jaarrekening
De verplichtingen bij onbeperkte aansprakelijkheid jaarrekening
16 mei 2018

Wijzigingen pandwet

Wijzigingen pandwet

Wijzigingen pandwet

Na meermaals uitstel is toch op 1 januari 2018 de nieuwe Pandwet in werking getreden. Met gevolgen voor de pandrechten, het eigendomsvoorbehoud en het retentierecht op roerende goederen. Het pand op de handelszaak is afgeschaft. Schuldeisers die rechten putten uit oude regelingen, kunnen via een overgangsregeling hun rechten nog waarborgen.

Pand zonder afgifte van bezwarende goederen

Wie een schuld heeft of een aangaat, kan als waarborg voor de betaling van die schuld aan de schuldeiser, roerende goederen in pand geven. Het pandrecht geeft de pandhouder het recht om bij voorrang boven de andere schuldeisers te worden betaald. Daarboven verleent het pandrecht het recht aan de pandhouder om bij voorrang boven de andere schuldeisers te worden betaald. Normaal kunnen alle –zowel bestaande als toekomstige- lichamelijke en onlichamelijke roerende goederen in pand worden gegeven. Het pandrecht kan ook een goed dat roerend is uit zijn aard maar onroerend is geworden door bestemming tot voorwerp hebben.

Schepen kunnen niet in pand worden gegeven. Voor de vestiging van het pand is het voldoende om een overeenkomst te hebben tussen pandgever en pandhouder.

De (nieuwe) Pandwet laat het toe om een pand op roerende goederen te vestigen zonder buitenbezitstelling, dus zonder afgifte van de bezwarende goederen. Vroeger moesten de roerende goederen die in pand werden gegeven, wel effectief worden afgegeven aan de pandhouder (de zogenaamde buitenbezitstelling van de verpande goederen). Nu kan de pandgever dus het in pand gegeven goed blijven gebruiken in kader van een normale uitoefening van de bedrijfsactiviteiten.

Daarnaast blijft de mogelijkheid om een pand te vestigen door buitenbezitstelling (vuistpand). Maar dit bezitloos pandrecht is voortaan niet meer voorbehouden aan financiële instellingen. Het kan door elke schuldeiser worden gevestigd. Is de pandgever een consument, dan gelden wel beschermende bepalingen.

Wat met tegenwerpelijkheid aan derden?

Vroeger was voor de tegenwerpelijkheid aan derden een geschrift met de soort of aard van de verpande goederen + de verschuldigde som vereist, tenzij het over een gewaarborgde schuldvordering gaat lager dan 375 euro.

Nu is het pandrecht in principe tegenwerpelijk aan derden door de loutere registratie van het pand in het Nationaal Pandregister (het zogenaamde registerpand). Met een uitzondering: het pand op schuldvorderingen. Registratie kan dan niet worden gebruikt om tegenstelbaar te maken aan derden. Hiervoor blijft de bestaande kennisgeving verplicht (het sluiten van de overeenkomst van overdracht). De buitenbezitstelling wordt een manier om het pand op lichamelijke goederen tegenwerpelijk te maken aan derden zonder registratie in het pandregister.

Toegang tot het Nationaal Pandregister

Iedereen, mits betaling en authentificatie, heeft toegang tot het Nationaal Pandregister via eID. De toegang tot het register is vrij eenvoudig. Het bedrag schommelt tussen 5 en 500 euro. De retributies worden geïndexeerd. De eerste keer begin 2021, nadien om de 3 jaar. Actieve gebruikers van het pandregister kunnen de status van ‘geregistreerd gebruiker’ krijgen. Zij sluiten een overeenkomst met de bewaarder van het pandregister af, de Patrimoniumdocumentatie van de FOD Financiën. Dankzij het pandregister wordt de rangregeling tussen verschillende pandhouders op eenzelfde goed zeer eenvoudig vastgesteld. De datum van registratie bepaalt de rang.

Regeling over het eigendomsvoorbehoud

Eigendom van een goed gaat pas over op de verkrijger mits voldaan is aan een aanvullende voorwaarde. Dit is meestal de betaling van de koopprijs. De regeling over het eigendomsvoorbehoud van de onbetaalde verkoper wordt door de Pandwet overgeheveld van de Faillissementswet naar het Burgerlijk Wetboek. Zo wordt het eigendomsvoorbehoud een volwaardige zekerheid, tegenstelbaar in alle gevallen van samenloop en dus niet enkel bij faillissement. Het recht op eigendomsvoorbehoud kan ook worden geregistreerd in het Nationaal Pandregister. Dit is niet verplicht maar is wel een extra bescherming.

Pand op handelszaak wordt pand op ondernemingsgoederen

Vroeger was een pand op de handelszaak, zonder buitenbezitstelling, maar mogelijk mits naleving van bepaalde wettelijke voorwaarden (o.a. aan erkende kredietinstellingen, bij authentieke of onderhandse akte, inschrijving in een bijzonder register op het hypotheekkantoor). Nu wordt het pand op de handelszaak afgeschaft en wordt een pand op ondernemingsgoederen. Alle schuldeisers en dus niet enkel financiële instellingen, kunnen een pand op de handelszaak vestigen.

Dit heeft uiteraard gevolgen voor de schuldeisers die al zo'n pandrecht hadden. Op basis van een overgangsregeling kunnen ze echter hun rang ten opzichte van eventuele andere schuldeisers behouden. Zij moeten binnen de 12 maanden na de inwerkingtreding van de Pandwet, dus vóór 1 januari 2019, een pandrecht op de bezwaarde goederen laten registreren in het pandregister. De nieuwe rechten en verplichtingen worden daarna ook van toepassing op het gewezen pand op de handelszaak.

Wat met bezwaarde goederen verkopen?

Wat verandert nog? De pandhouder moet niet langer naar de beslagrechter gaan, maar kan zelf -via de gerechtsdeurwaarder- de bezwaarde goederen verkopen. Op voorwaarde dat hij fysiek in het bezit is van de goederen (lees bij een vuistpand). Bij een registerpand, waarbij de schuldenaar de afgifte weigert, moet de pandhouder alsnog naar de beslagrechter om de afgifte te bekomen.

Een andere wijziging is dat de pandhouder niet langer naar de beslagrechter moet gaan. Vanaf heden kan de pandhouder via de gerechtsdeurwaarder, bezwaarde goederen kopen. De voorwaarde is wel dat hij fysiek in het bezit moet zijn van de goederen (lees bij een vuistpand). Bij een registerpand, waarbij de schuldenaar de afgifte weigert, moet de pandhouder alsnog naar de beslagrechter om de afgifte te bekomen.

Tenslotte: Aanpassingen retentierecht

Het retentierecht verleent de schuldeiser het recht om een zaak die hem door zijn schuldenaar werd overhandigd, te behouden zolang zijn schuldvordering met betrekking tot die zaak niet is voldaan. Deze werking wordt vanaf heden geregeld in het Burgerlijk Wetboek en wordt niet langer geregeld over verschillende wetten.

Source: Kluwer Easyweb