Omwille van het zomerakkoord, is de fiscale behandeling van meerwaarden op aandelen in de vennootschapsbelasting grondig aangepast. Om vrijgesteld te worden, moeten de voorwaarden van de dbi-aftrek vervuld worden. Fijn voor grote vennootschappen want de afzonderlijke belasting van 0,412% wordt geschrapt. Onderstaande regels zijn van toepassing voor meerwaarden op aandelen die door vennootschappen worden verkregen.
Het afzonderlijke tarief van 0,412 % op meerwaarden op aandelen verwezenlijkt door grote vennootschappen wordt afgeschaft. Deze heffing waren grote vennootschappen sowieso verschuldigd, ook al werden de aandelen meer dan één jaar in bezit gehouden. Door deze afschaffing is het nu ook voor grote vennootschappen mogelijk om opnieuw van een volledige vrijstelling te genieten.
Om van de vrijstelling te genieten, moet u de drie dbi-voorwaarden respecteren:
Wanneer aan één of meerdere van voorgaande voorwaarden niet wordt voldaan, betaalt de vennootschap belastingen op de meerwaarde. Hoeveel? Dat hangt af van de voorwaarde die niet vervuld is:
Kleine vennootschappen die genieten van het verlaagde tarief vennootschapsbelasting betalen 20 % (+ 2 % aanvullende crisisbijdrage) op de meerwaarde.
In 2021 zal het basistarief 25% worden in de vennootschapsbelasting. Vanaf dan heeft het hierboven onderscheid geen zin meer. Als één van de voorwaarden niet worden nageleefd, is de vennootschap het gewone tarief van 25 % (zonder aanvullende crisisbijdrage die dan is uitgedoofd) verschuldigd op de meerwaarde. Deze wijziging geldt vanaf aanslagjaar 2021, dat is dus voor belastbare tijdperken die ten vroegste aanvangen op 1 januari 2020.
Source: Kluwer Easyweb