Doelgroepverminderingen voor eerste aanwervingen | Stremersch Accountancy
Belasting op de aanbrengpremie voor nieuw personeel
21 april 2022
Kmo-groottecriteria anno 2022
21 april 2022

Doelgroepverminderingen voor eerste aanwervingen

Sinds 2016 kan u een aanzienlijke vermindering van werkgeversbijdragen sociale zekerheid krijgen voor de eerste zes aanwervingen. Maar begin 2022 traden enkele wijzigingen in werking.

Eerste of bijkomende aanwerving

Tot 2021 kon u een volledige vrijstelling van basisbijdragen genieten bij
indienstneming van een eerste werknemer. Die vrijstelling was van onbeperkte
duur. 

Voor de volgende 5 aanwervingen – werknemer 2 tot 6 – kreeg u een forfaitaire
vermindering voor een bepaald aantal kwartalen.

Er waren wel wat voorwaarden: de nieuwe werknemer mocht geen werknemer vervangen
die in dezelfde onderneming tewerkgesteld was tijdens de vier kwartalen vóór dat
van aanwerving. Het moest dus gaan om een bijkomende aanwerving. Dat wil zeggen
dat u in de 4 kwartalen vóór uw eerste aanwerving geen werkgeversbijdragen
betaald had. Voor uw tweede werknemer mocht u in de 4 kwartalen vóór de
aanwerving uitsluitend bijdragen betaald hebben voor één werknemer, enz. Die
voorwaarde werd in principe per technische bedrijfseenheid bekeken, maar dat
begrip was niet gedefinieerd.

Eerste aanwerving: niet langer onbegrensd

Voortaan wordt de vrijstelling van sociale bijdragen begrensd tot 4.000 euro per
kwartaal
.
Omgerekend betekent dit dat er nog steeds een volledige
vrijstelling van patronale basisbijdragen is als het bruto maandloon zowat 5.330
euro of lager is.
De vrijstelling geldt wel, zoals voorheen, onbeperkt in de
tijd.

Tweede tot zesde aanwerving

De verminderingen voor de tweede tot zesde aanwerving blijven ongewijzigd: die
bedragen waren immers al beperkt in omvang en tijd:

5 eerste kwartalen: Werknemer 2: 1.550 euro;  Werknemer 3, 4, 5 of 6: 1.050
euro

4 volgende kwartalen: Werknemer 2, 3, 4, 5 of 6: 1.050 euro, en

4 volgende kwartalen: Werknemer 2, 3, 4, 5 of 6: 450 euro.

Uitgesloten werknemers

Tot nu kwalificeerden sommige tijdelijke werknemers ook voor de verminderingen,
maar sinds 2020 komen de volgende tijdelijk tewerkgestelde werknemers al niet
meer in aanmerking:
• werknemers tot 31 december van het jaar waarin ze de
leeftijd van 18 jaar bereiken
• leerlingen in het kader van de alternerende
opleiding
• dienstboden
• jobstudenten, IBO-contracten, vrijwilligers

bepaalde stagiairs
• personen onderworpen aan de deeltijdse leerplicht,
en
• gelegenheidsarbeiders in de tuin- en landbouwsector.

Daar komen nu 2 categorieën bij: de gelegenheidswerknemers in de horecasector en
flexi-jobbers. Voor deze werknemerscategorieën kan u dus geen vermindering van
sociale zekerheid meer genieten.
Anderzijds mag u deze werknemers ook
negeren bij het bepalen van het aantal werknemers dat u al hebt.

Het begrip “technische bedrijfseenheid” (TBE)

Om te bepalen of u een ‘nieuwe werkgever voor een 1e werknemer’ bent, of om te
bepalen welke rang van 2 tot 6 een nieuwe werknemer heeft, moet u niet alleen
kijken naar de juridische entiteit. U moet kijken naar het grotere plaatje,
namelijk naar de technische bedrijfseenheid of TBE. Als uw onderneming deel
uitmaakt van een TBE, zal er dus naar de volledige TBE gekeken worden om te
bepalen of u als een nieuwe werkgever beschouwd kan worden, om te bepalen of het
om een aanwerving in tweede, derde, enz. rang gaat, of om te bepalen of de
aanwerving als een vervanging beschouwd kan worden, of niet.

Juridische entiteiten vormen een TBE als ze:

gemeenschappelijke personen hebben (sociale band), zoals personeel dat
overstapt, of werknemers die als zelfstandige eenzelfde functie verderzetten,
en

gelijkaardige of aanvullende activiteiten hebben (socio-economische
verwevenheid), zoals: bankfilialen die opsplitsen in verschillende filialen of
een verzelfstandigde informaticadienst binnen eenzelfde groep.

Het kan zowel gaan om juridische entiteiten die gelijktijdig bestaan, als om
juridische entiteiten die elkaar opvolgen.

Om het recht op vermindering te openen, mag de nieuwe werknemer geen werknemer
vervangen binnen de TBE; het moet dus gaan om een meertewerkstelling over de TBE
heen.

Maar hoe bepaalt u of een nieuwe aanwerving al dan niet een vervanging is binnen
een TBE? U gaat daarvoor als volgt te werk. Eerst bepaalt u het maximumaantal
werknemers dat gelijktijdig binnen de TBE tewerkgesteld was in de loop van de 12
maanden (dag op dag) die de indienstname voorafgaan. Noteer dat de nieuwe wet
een tolerantie invoert van maximaal 5 kalenderdagen waarop een tijdelijke
verhoging van het aantal werknemers in de referteperiode van 12 maanden niet in
rekening wordt gebracht. Concreet betekent dit dat u de 5 dagen met het hoogste
aantal werknemers niet moet meetellen om de maximumtewerkstelling te bepalen in
de referteperiode van 12 maanden.

Vervolgens neemt u het totaalaantal werknemers dat op de eerste dag door de
nieuwe werkgever in dienst genomen wordt en verhoogt dat met het aantal
werknemers dat eventueel nog tewerkgesteld is door de andere werkgevers in de
TBE.

Als het resultaat van de 2e stap minstens één meer bedraagt dan de eerste stap,
heeft u recht op de doelgroepvermindering voor de aanwerving van een 1e (of 2e,
3e, 4e, 5e of 6e) werknemer.

Berekening

De vermindering is niet gebonden aan een bepaalde werknemer. De werkgever kan
dus elk kwartaal opnieuw kiezen voor welke werknemer hij de vermindering
toepast: als een werknemer uit dienst treedt en vervangen wordt door een andere
werknemer, kan u de vermindering van de uit dienst getreden werknemer
voortzetten bij de nieuwe werknemer.

Overgangsregeling

In principe blijft het recht op de doelgroepvermindering voor een indienstneming
van vóór 1 januari 2022 behouden. De nieuwe regels met betrekking tot de
ranginname bij een TBE gelden niet voor het verleden. Dit betekent dat, als het
recht op de vermindering startte vóór 1 januari 2022, het binnen een TBE
mogelijk blijft om meerdere eerste aanwervingen voor eenzelfde rang te hebben in
verschillende juridische entiteiten.

Ook de vermindering wegens eerste aanwerving van vóór 1 januari 2022 in een
situatie die volgens de nieuwe regels niet meer in aanmerking zou komen, blijft
behouden. Kreeg u de vermindering vóór 2022 voor een flexi-jobwerknemer, dan kan
u dat recht dus na 31 december 2021 voortzetten met een gewone werknemer, maar
omdat de flexi-jobwerknemer niet meer in rekening wordt gebracht om na te gaan
of er een tewerkstelling was voor die bepaalde rang in de loop van de 12
voorafgaande maanden, kan het recht ook opnieuw worden geopend als aan alle
voorwaarden wordt voldaan.