De kilometervergoeding die men kent voor federale ambtenaren gebruikt men ook in de privésector om werknemers te vergoeden voor hun dienstverplaatsingen. Jaarlijks wordt dit bedrag herbekeken en aangepast op 1 juli. Het bedrag dit jaar voor de periode van 1 juli 2018 t.e.m 30 juni 2019 is 0,3573 euro.
De kilometervergoeding werd ingelast voor federale ambtenaren zodat deze een vergoeding krijgen wanneer deze hun eigen wagen gebruiken voor de dienstverplaatsingen die zij moeten doen. Jaarlijks wordt het bedrag van deze vergoeding vastgesteld voor het jaar nadien.
De kilometervergoeding voor de periode 1 juli 2018 tot 30 juni 2019 bedraagt 0,3573 euro en is gestegen in vergelijking met het vorige jaar. Vorig jaar bedroeg de vergoeding nog 0,3468 euro per kilometer.
De stijging van dit bedrag kent twee oorzaken: de ‘afgevlakte gezondheidsindex’ en de evolutie van de gemiddelde maximumprijs die men moet betalen van benzine en diesel.
Niet alleen geldt deze vergoeding dus voor federale ambtenaren, ook voor werknemers in de privésector wordt een terugbetaling van kosten voorzien. Deze kost is eigen aan de werkgever en betekent dat een onderneming de vergoeding aan haar werknemers en bedrijfsleiders kan geven, zonder dat ze hierop belast worden. De werknemer betaalt er geen belasting op, maar de werkgever kan de kosten wel aftrekken.
Jaarlijks wordt het bedrag bepaald en deze werd voor het komende jaar gezet op 0,3573 euro. Toch is het voor de werkgever mogelijk een hogere vergoeding te geven. Ook dan is de vergoeding niet belastbaar bij de werknemer of bedrijfsleider. Wat wel verplicht is, is dat de belastingplichtige een bewijs moet aanleveren waarin de vergoeding overeenstemt met de werkelijke kosten. Dat kan door het voorleggen van facturen, bonnetjes en andere zaken.
De kilometervergoeding voor de federale ambtenaar wordt sowieso aanvaardt door de fiscus. Hier is het dus veel eenvoudiger aangezien het niet nodig is bewijsstukken bij te houden.
Source: Kluwer Easyweb